Hoeveel ‘buitenlanders’ wonen er in Nederland? Wat bedoelen we eigenlijk met ‘buitenlanders’? Welk percentage van de inwoners van Nederland heeft een Nederlands paspoort? Hoeveel Nederlanders hebben ouders of voorouders die in het buitenland geboren zijn? Hoeveel personen ‘met een migratieachtergrond’ (voorheen ‘allochtonen’) wonen er in Nederland? En welke herkomstgroep is het grootste? Is 1 op de 25 of 1 op de 50 Nederlanders van Turkse afkomst? In dit artikel de cijfers op een rij.
Volgens het SCP vindt ongeveer een derde van de Nederlandse bevolking dat het aantal inwoners van buitenlandse afkomst te hoog is. Volgens een peiling van Ipsos ligt dat hoger. Maar, wat wordt met ‘buitenlanders’ bedoeld? En hoeveel zijn het er dan? In dit artikel maak ik gebruik van de cijfers van het CBS. Het gaat in de meeste gevallen om de cijfers van 1 januari 2019 toen er 17.282.163 mensen in Nederland woonden. Dat zijn er ruim 101.000 meer dan een jaar geleden. Iets meer dan de helft van alle Nederlandse inwoners (50,3%) is vrouw.
Voor het leesgemak zijn de getallen in de meeste gevallen afgerond. Buiten beschouwing blijven in dit artikel de ongeveer één miljoen mensen die in Nederland zijn geboren, maar tijdelijk of permanent niet meer in Nederland wonen.
‘Nederlander’ of ‘buitenlander’?
Op de vraag wie er Nederlander of buitenlander is, kun je kijken naar de nationaliteit. In dat geval is iedereen met de Nederlandse nationaliteit een Nederlander. Buitenlanders zijn dan de mensen die wel in Nederland wonen, maar niet over een Nederlands paspoort beschikken
Op 1 januari 2019 beschikte volgens het CBS 93,6% van de inwoners in Nederland over de Nederlandse nationaliteit. Dat zijn een krappe 16,2 miljoen Nederlanders. Er woonden aan het begin van 2019 iets meer dan 1,1 miljoen buitenlanders in Nederland. Deze 6,4% van de bevolking beschikte niet over de Nederlandse nationaliteit.
De tien meest voorkomende nationaliteiten in Nederland
De meeste van hen (680.000; 61%) waren afkomstig uit een ander Europees land, 217.000 (20%) hebben een paspoort van een Aziatisch land, 98.000 (9%) kwamen uit een Afrikaans land, 55.000 (5%) uit Noord- en Zuid-Amerkis en 5200 (0,5%) uit Oceanië. Van 56.000 inwoners is de nationaliteit niet bekend of deze inwoners zijn statenloos.
De grootste groep inwoners zonder een Nederlands paspoort werd op 1 januari 2019 net als voorgaande jaren gevormd door Polen. De Syriërs vormden de afgelopen jaren de snelstgroeiende groep. Het aantal inwoners met de Syrische nationaliteit verdubbelde in 2016 (van 25.000 naar 50.000) als gevolg van de oorlog in Syrië. In 2017 en 2018 nam de groei van het aantal Syriërs af.
Dubbele nationaliteit
Ja, maar er zijn toch ook Nederlanders met een dubbele nationaliteit? Ja, dat klopt.
Van de 16,9 miljoen Nederlanders hadden er op 1 januari 2014 (daarna werd het niet meer geregistreerd) 1,3 miljoen ook nog een andere nationaliteit dan de Nederlandse. Dat is 7,8% van de Nederlandse bevolking. Het gaat zowel om Nederlanders die vanaf hun geboorte Nederlander zijn en geemigreerd zijn, als om Nederlanders die op latere leeftijd tot Nederlander genaturaliseerd zijn.
De Nederlandse overheid wil sinds een paar jaar het hebben van een dubbele nationaliteit ontmoedigen. Nieuwkomers verliezen in principe automatisch hun oorspronkelijke nationaliteit als ze de Nederlandse krijgen, maar er zijn veel uitzonderingen. Zo is het bij diverse landen niet mogelijk afstand te doen van de oude nationaliteit. Voor de Nederlandse koningin Maxima geldt bijvoorbeeld dat ze geen afstand kan doen van haar Argentijnse nationaliteit. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor Marokkaanse Nederlanders. Op de website van de IND kunt u per land zien of bij verkrijging van de Nederlandse nationaliteit de oorspronkelijke nationaliteit behouden blijft of niet.
De grootste groepen inwoners van Nederland met een dubbele nationaliteit waren in 2014 van Marokkaanse (321.000) en Turkse (312.000) herkomst. Dat betekende dat destijds 83% van de Marokkaanse Nederlanders (totaal 386.000) en 79% van de Turkse Nederlanders (totaal 397.000) over een dubbele nationaliteit beschikte.
Een groot deel van de mensen met een dubbele nationaliteit (629.000) had in 2014 behalve de Nederlandse nationaliteit een andere Europese nationaliteit. Het ging om Duitsers (61.000), Britten (45.000), Belgen (34.000), Italianen (25.000), Polen (20.000), Fransen (19.000), Bosniërs (16.000 ), Spanjaarden (15.000). Andere grote groepen met een dubbele nationaliteit waren Iraniërs (19.000), Surinamers (17.000), Egyptenaren (15.000) en Amerikanen (15.000)
Geboren in Nederland of buitenland
Een andere methode om een onderscheid te maken tussen ‘Nederlanders’ en ‘buitenlanders’ is het geboorteland. Heel simpel: ben je in Nederland geboren, dan ben je een Nederlander, ben je in het buitenland geboren, dan ben je een buitenlander.
Volgens deze definitie zijn op 1 januari 2019 15,1 miljoen inwoners in Nederland geboren en 2,1 miljoen niet. Volgens deze omschrijving is bijna 90% van de inwoners van Nederland ‘Nederlander’.
‘Echte Nederlanders’?
Ja maar, kan dan worden geroepen, ‘echte Nederlanders’ zijn de inwoners waarvan ook de voorouders altijd al in Nederland woonden.
Volgens deze definitie bestaat waarschijnlijk slechts 2% van de Nederlandse bevolking uit ‘echte Nederlanders’. Dat zijn ongeveer 340.000 mensen. De overige 98% van de Nederlanders heeft (ook) buitenlandse voorouders. Migratiedeskundige Leo Lucassen verklaarde bij de lancering van de site vijf eeuwen migratie:
,,Bij migratie denken mensen al snel aan de periode na de oorlog, toen Molukkers, Indische repatrianten, Turken, Marokkanen en zo verder naar Nederland kwamen. Dat de migratie in vroeger eeuwen minstens zo omvangrijk was, zoals in de Gouden Eeuw, lijkt uit het bewustzijn weggezakt. Toch hoeven de meeste Nederlanders niet ver in hun stamboom terug te gaan of ze stuiten op buitenlandse voorouders. Het begrip ‘autochtoon’ is dus zeer misleidend. Het beeld van een stabiele Nederlandse bevolking die pas in de afgelopen halve eeuw ingrijpend door immigratie is veranderd, getuigt van een gebrekkig historisch inzicht. Het is hard aan correctie toe.’’
Van ‘allochtonen’ naar ‘Nederlanders met migratieachtergrond’
Het begrip ‘autochtoon’ waar Lucassen naar verwijst, wordt in Nederland nog geregeld gebruikt om een onderscheid te maken met ‘allochtonen’.
Tegenwoordig wordt de term ‘allochtoon’ steeds minder gebruikt en wordt vaker gesproken over “Nederlanders met een migratieachtergrond”. In plaats van ‘autochtonen’ spreekt het CBS ook over ‘personen met een Nederlandse achtergrond’. Hierover hieronder meer.
Het CBS definieerde een ‘persoon met een Nederlandse achtergrond’ (autochtoon) als iemand “van wie de beide ouders in Nederland zijn geboren, ongeacht het land waar men zelf is geboren”.
Een Nederlander met een migratieachtergrond is dan een persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
Bepalend is dus het geboorteland van je ouders. Dat kan verwarrend zijn: iemand die in Nederland is geboren, maar een ouder heeft die in het buitenland is geboren, heeft een ‘migratieachtergrond’. Tegelijkertijd heeft iemand die in het buitenland is geboren, maar waarvan beide ouders in Nederland zijn geboren, geen migratieachtergrond. Bij adoptiekinderen worden niet de geboortelanden van de biologische ouders maar die van de adoptieouders gebruikt om de herkomstgroep te bepalen.(Zie deze pdf, pagina 39).
Ongeveer 4 miljoen Nederlanders, dat is 23,2 % van alle Nederlanders, had volgens het CBS op 1 januari 2019 een migratieachtergrond. Zij hebben ten minste één ouder die in het buitenland is geboren. Ruim 76,8% van de Nederlanders heeft volgens deze definitie geen migratieachtergrond.
Discussie over de term ‘allochtonen’
Tegen het gebruik van het woord allochtonen wordt de laatste jaren overigens steeds vaker bezwaar gemaakt. Het woord heeft een stigmatiserend effect gekregen, vooral door de vaak negatieve context waarin het begrip gebruikt wordt. Het begrip sluit ook uit, zeker wanneer de tegenpool, ‘autochtoon’ als synoniem voor ‘Nederlander’ wordt gebruikt. Allochtonen zijn dan opeens geen Nederlander meer, ook al hebben ze wel de Nederlandse nationaliteit en/of zijn ze hier geboren.
In dit verband wordt ook wel van een integratieparadox gesproken: hoe kunnen ‘we’ (en wie zijn ‘we’ dan eigenlijk?) van immigranten verwachten dat ‘ze’ integreren en zich thuis gaan voelen in Nederland, wanneer we ze tegelijkertijd generaties lang ‘allochtonen’ blijven noemen? Hoe kunnen we ze vragen ‘één van ons’ te worden wanneer we ze labels blijven geven waarmee we aangeven dat ze er niet bij horen? En wat voor signaal geef je af wanneer je in Nederland geboren kinderen, of kleinkinderen van migranten, ‘allochtoon’ blijft noemen? Artikelen over het gebruik van het woord allochtoon kunt u hier lezen.
Sinds 2016 wordt gesproken over ‘Nederlanders met een migratieachtergrond’. In plaats van ‘autochtonen’ wordt ‘personen met een Nederlandse achtergrond’ gebruikt. De vraag is of deze termen op den duur stigmatiserend zullen gaan werken.
Eerste en tweede generatie Nederlanders met een migratieachtergrond
Het CBS maakt een onderscheid tussen eerste en tweede generatie Nederlanders met een migratieachtergrond.
Een eerste generatie Nederlander met migratieachtergrond is iemand die in het buitenland is geboren en van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
Een tweede generatie met migratieachtergrond is iemand die in Nederland is geboren en van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
Van de 4 miljoen Nederlanders met een migratieachtergrond behoren 2,1 miljoen tot de eerste generatie en zijn er 1,9 miljoen in Nederland geboren; zij behoren tot de tweede generatie. Hiervan heeft ruim een miljoen één ouder die in het buitenland is geboren en zijn er dik 800.000 Nederlanders met een migratieachtergrond van de tweede generatie waarvan beide ouders in het buitenland zijn geboren.
Personen die alleen een opa of oma met een migratieachtergrond hebben, worden als Nederlanders zonder migratieachtergrond beschouwd.
Nederlanders met een ‘westerse’ en ‘niet-westerse’ migratieachtergrond: het verschil tussen Beatrix en Maxima
Wanneer er in de pers of door politici over ‘allochtonen’ of ‘Nederlanders met een migratieachtergrond’ wordt gesproken, gaat het meestal niet om de grote groepen Duitsers, Belgen of Polen in Nederland, maar over mensen die niet uit Europa of de Verenigde Staten komen. Het gaat dan doorgaans over mensen met een kleur.
Het CBS maakt een onderscheid tussen ‘westerse’ en ‘niet-westerse’ Nederlanders met migratieachtergrond.
Een Nederlander met een niet-westerse migratieachtergrond is iemand van wie ten minste één ouder is geboren in Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. Tot deze groep behoort koningin Maxima (eerste generatie niet-westerse allochtoon), maar ook Amalia, de Nederlandse kroonprinses en toekomstige koningin is een (tweede generatie) Nederlander met een niet-westerse migratieachtergrond. Ook Jesse Klaver of Pierre van Hooijdonk die Marokkaanse vaders hebben, zijn Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond.
Een Nederlander met een westerse migratieachtergrond is iemand van wie ten minster één ouder is geboren in Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanië, of Indonesië of Japan.
De voormalige koningin Beatrix, maar ook haar zoon Willem-Alexander zijn volgens deze definitie dus (tweede generatie) Nederlanders met een westerse migratieachtergrond. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor Geert Wilders, wiens moeder in Indonesië werd geboren.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid adviseerde in 2016 het onderscheid tussen ‘westerse’ en ‘niet-westerse’ migratieachtergrond los te laten. De WRR schreef onder andere:
Een probleem met de tweedeling ‘westers en niet-westers’ is dat deze kan worden opgevat als een culturele rangschikking in plaats van als neutrale nevenschikking. Het cbs heeft deze indeling bedacht om de allochtonen verder in te delen. Dit onderscheid lijkt geografisch van aard, maar is in feite een cultureel onderscheid dat koloniale associaties oproept. De tweedeling is bedoeld om culturele verschillen te reflecteren die relevant zijn voor beleid, maar is een classificatie naar etniciteit met een discriminerend effect (Hirsch Ballin 2014: 22). Tot de westerse herkomstlanden rekent het cbs vooral de landen met een overwegend West-Europese bevolking of cultuur. Hiertoe behoren de landen van Europa en Noord-Amerika, maar ook voormalige koloniën met een overwegend uit West-Europa afkomstige bevolking, zoals Australië en Nieuw-Zeeland. Voormalige koloniën die geen overwegend West-Europese bevolking of cultuur kennen, zoals de landen in Latijns-Amerika, Afrika en de meeste landen in Azië, gelden als ‘niet-westers’, ook als zij ten westen van Nederland liggen. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de immigranten uit ‘De West’, uit Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen, waarvan het overgrote deel zelfs de Nederlandse nationaliteit heeft. Immigranten uit ‘De Oost’, het voormalige Nederlands-Indië, die overwegend een Europese achtergrond hadden, worden door het cbs echter wel als ‘westers’ geclassificeerd. Niet de geografische ligging van het herkomstland, maar de overwegend ‘blanke’ kenmerken van de migranten geeft uiteindelijk de doorslag (Van der Haar en Yanow 2011: 170, De Jong 2010).
In plaats van de tweedeling westers versus niet-westerse migranten introduceerde de WRR in De nieuwe verscheidenheid (pdf) een nieuwe maat van diversiteit die uitgaat van een geo-lingu.stische indeling in 18 groepen van herkomstlanden.
Nederlanders met een migratieachtergrond komen vooral uit Europa
Uit onderstaande grafiek wordt duidelijk dat het aantal Nederlanders met een migratieachtergrond sinds 1996 gestaag is toegenomen. Verreweg de grootste groep wordt gevormd door Nederlanders waarvan ten minste één van de ouders in Europa is geboren. Op ruime afstand volgen Nederlanders met een Aziatische achtergrond, Nederlanders met een Amerikaanse en Nederlanders met een Afrikaanse achtergrond.
Wat zijn de grootste groepen ‘Nederlanders’ (met een migratieachtergrond’)? Een top 25
Op 1 januari 2019 waren de vier grootste groepen Nederlanders (met een migratieachtergrond) dezelfde als de jaren hiervoor. De grootste bevolkingsgroep zijn Nederlanders zonder migratieachtergrond. Zij vormen 76,4% van de bevolking.
De grootste groep Nederlanders met een migratieachtergrond wordt nog steeds gevormd door personen (met een ouder) van Turkse herkomst. Zij vormen 2,4% van de bevolking. Gevolgd door mensen met roots in Marokko (2,3%), Indonesie (2,1%), Suriname en Duitsland (beiden 2%). Ruim daarachter komen Nederlanders met roots in Polen (1%). Alle andere groepen vormen minder dan 1% van de bevolking.
Bekijk hieronder de top 25 en ga op zoek naar uw favoriete land van herkomst.