“Er is sprake van groeiend zelfvertrouwen bij rechtsextremisten. De focus blijft gericht op acties tegen de vermeende islamisering van Nederland, de komst van asielzoekers en het vermeende verlies van de Nederlandse identiteit. Geweld door eenlingen of kleine groepen is denkbaar.”
Dat schrijft de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). De AIVD lijkt daarentegen een blinde vlek te hebben voor extreemrechts geweld.
Het citaat van de NCTV hierboven komt uit het 48ste Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN). Het is een conclusie die amper de krant heeft gehaald.
De NCTV noemt Rechts in Verzet (RiV), een afsplitsing van Pegida, in de woorden van de NCTV:
een nieuwe groepering met enkele leden die de laatste periode verantwoordelijk was voor een aantal intimiderende protestacties. Vooral het ophangen van een onthoofde pop en dreigbrief bij een moskee in Amsterdam Noord in januari 2018, waarmee geprotesteerd werd tegen de komst van een “megamoskee”, trok veel politieke en media-aandacht.
Ook is er aandacht voor de aankondiging van Pegida om tijdens de ramadan bij een aantal moskeeën varkensvlees te gaan barbecueën.
De NCTV noemt het opvallend dat “sommige extreemrechtse groeperingen aan zelfvertrouwen lijken te winnen en het tegenwoordig aandurven om te demonstreren in als politiek ‘links’ bekend staande steden zoals Amsterdam en Nijmegen. Hiermee neemt de kans op confrontatiegeweld met extreemlinkse tegendemonstranten toe.”
Volgens de NCTV zijn Nederlandse extreemrechtse groeperingen “vooral actief met intimiderende en radicale acties, maar zijn er geen aanwijzingen dat zij gewelddadig zouden willen gaan opereren. Ernstig extreemrechts geweld is voornamelijk voorstelbaar vanuit snel radicaliserende groepjes of eenlingen.” In dat verband noemt de NCTV als mogelijk voorbeeld de Breivik-aanhanger en Voorpost activist Danny F., die in augustus in Schiedam werd aangehouden, nadat hij in reactie op de zelfdoding van het Haags PVV-gemeenteraadslid Dillie op sociale media een dreiging had geuit.
De NCTV verwijst niet naar andere extreemrechtse activisten zoals Vincent T., actief op de Facebookpagina ATB Special Forces (gericht tegen moslims), die in mei werd gearresteerd omdat hij een aanslag op moslims zou hebben voorbereid. Bij hem thuis werden een alarmpistool en zo’n 1800 kogels gevonden. Ook werd een briefje met het recept voor een grondstof voor explosieven gevonden. Op internet had hij gezocht naar een vuurwapen. De ATB doet “aan commando-opleiding”, is “een underground groep” met “trainingen op geheime locaties”. “Omdat de overheid ons in de steek laat moeten burgers voor zichzelf op gaan komen.” stelt de ATB, die zich daarom onder meer wil toeleggen op het surveilleren als burgerwacht. Maar, waarschuwt de organisatie, “wij nemen niemand in hechtenis.” (Bron)
Wat ook ontbreekt in het rapport van de NCTV is dat ontwikkelingen in het buitenland bij extreemrechts niet worden meegenomen in de analyse. Waar bij de bijzonder uitgebreide bespreking van “jihadistische bewegingen” nadrukkelijk wel (en terecht) naar ontwikkelingen in het buitenland wordt gekeken, blijft dit bij extreemrechts andermaal achterwege. Dat is opmerkelijk, omdat in omringende landen als Duitsland, België als Engeland sprake is van toenemende zorgen over extreemrechts geweld.
De extreemrechtse en racistische groep Erkenbrand wordt in deze DTN niet genoemd. Dat gebeurde wel in de vorige DTN:
“Deze groep trekt steeds meer geïnteresseerden, wat mede blijkt uit de aanwezigheid van meer dan tweehonderd personen bij het jaarlijkse congres. Vanwege het antidemocratische gedachtegoed bij Erkenbrand gaat er van deze groepering een gevaar uit voor de democratische rechtsorde. Bij diverse aanhangers van Erkenbrand leven ideeën van een op handen zijnde rassenoorlog (zoals bij meer radicale groepen). Hoewel de nadruk bij de organisatie ligt op het houden van radicale lezingen, kan verdere radicalisering plaatsvinden. Met de altright beweging en Erkenbrand als Nederlandse exponent daarvan, is het antisemitisme in extreemrechtse kringen weer terug van (nooit helemaal) weggeweest.”
In de vorig jaar gepubliceerde notitie integrale aanpak terrorisme werd niet alleen gewaarschuwd voor aanslagen door jihadistische groepen, maar ook voor terroristische aanslagen door extreemrechtse personen of groepen of vanuit one issue-bewegingen rond milieu of asiel.
AIVD: blind voor extreemrechts geweld
De AIVD had in het jaarverslag 2017 minder oog voor extreemrechts geweld dan de NCTV. Ten onrechte zoals ik schreef in dit artikel. Dat gold niet alleen voor 2017: de veiligheidsdienst heeft al jaren een blinde vlek voor extreemrechts geweld. In de jaarverslagen van de afgelopen 10 jaar wordt extreemrechts door de AIVD steevast als een marginaal verschijnsel beschouwd. Dit staat haaks op bijvoorbeeld de jaarlijkse rapportages van het Verweij Jonkerinstituut en de Anne Frankstichting: in december 2017 waarschuwden zij voor een sterke toename van extreemrechts activisme en een toename van extreemrechts gemotiveerd geweld. Een jaar daarvoor werd een forse groei van extreemrechts gemeld en in 2015 werd een toename van extreemrechts geweld gesignaleerd. Onderstaand overzicht illustreert deze toename van rechtsextremistisch geweld. Dit overzicht is afkomstig uit de zesde rapportage racisme, antisemitisme en extreemrechts geweld van Verweij-Jonker instituut en de Anne Frankstichting.
Terwijl jihadistisch geweldsdreiging en vormen van bedreiging, brandstichting en bekladding door dierenactivisten en extreemlinks wel (en terecht) door de AIVD worden opgemerkt, mist de dienst ieder jaar de haatmisdrijven van extreemrechts, bijvoorbeeld gericht tegen moskeeen (hier de laatste update, binnenkort een nieuwe). Ook de aanslag op een moskee in Enschede, in februari 2016, nota bene de laatste in Nederland waarvan de daders zijn veroordeeld vanwege een terroristische daad, is de AIVD vreemd genoeg in het geheel ontgaan.
De AIVD lijkt bij haar analyse van extreemrechts al jaren vooral voort te borduren op de conclusie uit het laatste onderzoek van de dienst naar extreemrechts (Afkolvend front, blijvend beladen uit 2010) dat extreemrechts in Nederland marginaal is.
Interessant is overigens wel een verklaring die de dienst destijds gaf voor de (veronderstelde) afgenomen wervingskracht van extreemrechts: dit kwam volgens de AIVD “doordat gevestigde landelijke politieke partijen sommige standpunten aan de orde hebben gesteld en deze kwesties bespreekbaar zijn geworden in het integratie- en islamdebat.” De Anne Frankstichting trok, in het verlengde hiervan, in de rapportage over 2013 een vergelijkbare conclusie.
Voor alle duidelijkheid: iedere vorm van geweld, bedreiging, bekladding etc. is even verwerpelijk ongeacht de ideologie van de dader(s). De omvang van extremistische groepen is relevant, maar niet allesbepalend. Mohammed Bouyeri, Volkert van de Graaf en Anders Breivik hebben duidelijk gemaakt dat ook de aanslag van een enkeling een enorme maatschappelijke impact kan hebben. De overheid, inclusief de AIVD, dient daarom iedere vorm van geweldsdreiging, inclusief die van extreemrechts, even serieus te nemen.
Extreemlinks gewelddadiger?
En tot slot nog dit: Elsevier schreef dit voorjaar naar aanleiding van het verschijnen van het laatste jaarverslag van de AIVD dat volgens de inlichtingendienst “extreemlinks vaker gewelddadig is dan extreemrechts”. Deze conclusie werd vervolgens vrolijk overgenomen door publicisten in bijvoorbeeld De Groene en De Kanttekening, maar desgevraagd kon niemand aanwijzen waar de AIVD deze conclusie trok: niet zo vreemd, het stond er namelijk helemaal niet in.
Nergens in het jaarverslag trok de AIVD deze vergelijking tussen extreemlinks en extreemrechts. Het is een vergelijking die ook erg moeilijk te maken is: het vraagt bijvoorbeeld nauwkeurige definities van extreemlinks, extreemrechts en geweld, maar ook helderheid over de wijze waarop gewicht wordt toegekend aan factoren als het aantal (potentiele) daders en de impact van aanslagen, waaronder het aantal directe en indirecte slachtoffers, de omvang van de schade, de omvang van ervaren (be)dreiging, de omvang en de positie van de bedreigde groep etc.