“Onderwerpen als vrouwenemancipatie en -participatie zullen ook voor het CMO strijdpunt worden zolang dit soort belemmerende besluiten worden genomen die een drempel vormen voor vrouwenparticipatie.”
Dat schrijft het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) naar aanleiding van een uitspraak van het Europese Hof van Justitie over de hoofddoek in het bedrijfsleven. Het is volgens het Europese Hof van Justitie mogelijk om de werknemers op te leggen hun religieuze uiting zoals hoofddoek, tulband of keppeltje af te doen als de neutraliteit van het bedrijf volgens hen in geding komt.
Het CMO schrijft in een verklaring die gisteren is uitgegeven:
Vandaag hebben wij kennis genomen van het geveld oordeel door het Europees Hof van Justitie waarin het verbieden van religieuze symbolen op de werkvloer wordt gerechtvaardigd. Dit besluit is betreurenswaardig en zal de religieuze minderheid en de vrouwenemancipatie in ons land ook het hardst raken.
Het besluit van het Hof strookt niet met datgene wat herhaaldelijk tijdens de campagneperiode over de gevoerde ‘strijd voor vrijheid’ is gezegd. Mensen moeten alle ruimte hebben om hun geloofsovertuiging in volle omgang kunnen belijden. Dit besluit draagt enkel bij verdere distantiëring en vervreemding van religieuze vrouwen, die uit eigen overtuiging een hoofddoek dragen. Het oordeel bevordert bovendien de harmonie in de samenleving niet. Hiermee draagt het Europees Hof met haar besluit bij aan het idee dat mensen met een bepaald uiterlijk niet onpartijdig kunnen zijn en zich niet kunnen begeven in de openbare ruimte.
Onderwerpen als vrouwenemancipatie en -participatie zullen ook voor het CMO strijdpunt worden zolang dit soort belemmerende besluiten worden genomen die een drempel vormen voor vrouwenparticipatie.
Als CMO zullen wij dit besluit aankaarten bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en andere overheidsinstanties. Wij dringen aan op een gesprek hierover waarin de Nederlandse overheid ook moslima’s en andere gelovigen de ruimte geeft volledig mee te draaien in de samenleving met behoud van hun culturele en religieuze identiteit.
Het CMO staat niet echt bekend als een voorvechter van vrouwenemancipatie. Bij het CMO zijn 10 islamitische (soennitische) koepelorganisaties aangesloten, stuk voor stuk mannenbolwerken. Vrouwenemancipatie en – participatie is tot nu toe amper een strijdpunt voor het CMO geweest.
Het zou een positief effect van het besluit van het Europese Hof van Justitie kunnen zijn wanneer het CMO zich nu wel echt gaat inspannen voor vrouwenemancipatie en participatie, te beginnen met de eigen organisatie. En laat dat dan vooral heel veel meer worden dan ‘belemmerende besluiten’ die betrekking hebben op het recht om wel (of geen) hoofddoek te dragen. Dat is immers een heel beperkte visie op vrouwenemancipatie en participatie.