Korte historische schets
In 1976 werd voor de eerste keer in Nederland een moskee in brand gestoken. Begin jaren ’90 waren er incidenten na het uitbreken van de Eerste Golfoorlog (1990-1991). In 1992 was er sprake van een forse toename. Het Parool publiceerde op 12 november 1993 het artikel ‘Twaalf maanden racisme’, waarin gemeld werd dat de Centrale Recherche Informatiedienst (CRI) van 1 januari 1992 tot juli 1993 337 politiemeldingen had genoteerd van acties die gericht waren tegen Nederlanders met een migratieachtergrond. Hieronder viel ook geweld gericht tegen moskeeën: zo waren moskeeën in Vaassen, Utrecht, Sliedrecht, Huizen en meerdere moskeeën in Rotterdam doelwit geweest van vandalisme en bekladding met racistische leuzen, was er sprake van vernielingen bij moskeeën in Nijkerk, Arnhem en IJmuiden, van brandstichting in een toekomstige moskee in Nijmegen en van een bommelding bij een moskee in Maastricht.
Aan het begin van deze eeuw was er tot twee keer toe een forse toename van het aantal haatincidenten gericht tegen moslims en moskeeën: na de aanslagen van 11 september 2001 en na de moord op Theo van Gogh (2004). In het najaar van 2001 waren moskeeën volgens onderzoekster Ineke van der Valk vijftig keer doelwit geweest van verschillende vormen van geweld. Na de moord op Theo van Gogh op 2 november 2004 was er opnieuw sprake van een enorme toename van geweld gericht tegen enkele kerken, maar vooral tegen islamitische scholen en moskeeën. Alleen al tussen 2 november 2004 (de dag dat Van Gogh vermoord werd) en 30 november 2004 registreerde de Monitor Racisme en Extreemrechts 174 incidenten waarbij in 106 gevallen sprake was van islamofoob geweld dat in 47 gevallen gericht was tegen een moskee.
Kijk voor een uitgebreidere versie van dit historisch overzicht, inclusief de reactie van de politiek, naar deze update.
Update van de lijst met haatincidenten gericht tegen moskeeen
Deze lijst publiceer ik, sinds maart 2010. De lijst is samengesteld op grond van vooral mediaberichten en eerdere blogs op Republiek Allochtonië, Frontaal Naakt (t/m 2009) en de database van Rechtspraak.nl.
Vooral sinds 2015 krijg ik zo nu en dan ook rechtstreeks meldingen van onderzoekers (Ineke van der Valk), individuen, moskeeen of moskeekoepels. Iedere lezer wordt van harte uitgenodigd te aanvullingen of correcties te mailen.
Op de lijst plaats ik anti-islam incidenten met een duidelijk gewelddadig karakter (brandstichting, molotovcocktails, berdreiging e.d.) en incidenten die bedoeld zijn om de bezoekers van een moskee te belemmeren in het recht dat ze hebben om gebruik te maken van hun godsdienstvrijheid.
Incidenten die duidelijk gerelateerd zijn aan conflicten tussen Turkse politieke/religieuze stromingen of Turks-Koerdische conflicten beschouw ik niet als anti-islam maar (meestal) anti Turkse regering.
Inhoudelijke kritiek op de islam mag en komt niet in aanmerking voor deze lijst. Het plaatsen van varkenskoppen of het bekladden of besmeuren van een moskee beschouw ik echter niet als een serieuze bedoelde vorm van islamkritiek of een poging daartoe en komt wel op de lijst.
Wat betreft demonstraties van extreemrechtse organisaties: met de nationale ombudsman Reinier van Zutphen (zie de Volkskrant) vind ik dat iedere groep het recht heeft om te demonstreren. En net als Berend Roorda van de Rijksuniversiteit Groningen vind ik dat ook‘ shockeren onder het recht op demonstreren valt. (in de Volkskrant). Hoewel de demonstraties van extreemrechtse organisaties geregeld binnen de kaders van de wet vallen, neem ik ze meestal toch op. Reden hiervoor is dat de doelen die deze extreemrechtse organisaties nastreven haaks staan op de grondwet zoals de beperking van rechten, waaronder de geloofsvrijheid, van een deel van de bevolking. Pegida is helder over haar doel:
Pegida is niet de enige extreemrechtse organisatie die, in de woorden van de NCTV, ‘intimiderende protestacties’ organiseert bij moskeeen. Ook andere extreemrechtse organisaties als Voorpost, Identitair Verzet en Rechts in Verzet lieten de afgelopen jaren van zich horen. Met deze acties maken deze organisaties gebruik van een politiek klimaat waarin het niet meer uitzonderlijk is geworden om ervoor te pleiten elementaire grondrechten aan een specifieke groep Nederlanders (moslims) te ontzeggen. Ze proberen op deze manier ook sahlonfähig te worden.
Topje van de ijsberg
De lijst hieronder is bij lange na niet compleet. Heel veel incidenten halen namelijk nooit de media. Daarnaast hebben verschillende moskeeën het beleid, soms in overleg met de politie, om met dergelijke incidenten niet naar buiten te treden. De gedachte hierachter is dat de daders met media-aandacht krijgen wat ze zoeken. Ook bestaat de angst dat het tot kopieergedrag en dus tot meer bedreigingen of geweld leidt. En verder spelen angst voor onrust bij de achterban, gebrek aan vertrouwen in instanties zoals de politie en het OM en gewenning een rol.
In eerder onderzoek concludeerde Ineke van der Valk al dat veel moskeeën weliswaar melding doen bij de politie, maar over het algemeen teleurgesteld zijn over de bagatelliserende en depolitiserende reactie van politie en overheden.