In de Tweede Kamer is een ruime meerderheid voor voorstellen die het gemakkelijker maken om afstand te kunnen doen van een tweede, ongewenste nationaliteit. Het onderwerp was op de politieke agenda gekomen nadat Nederlanders met Marokkaanse wortels in september 2019 een manifest publiceerden waarin ze de wens uitspraken om de vrijheid te hebben van hun Marokkaanse nationaliteit afstand te kunnen doen.
“Wij willen vrij zijn om al dan niet te kiezen voor een dubbele nationaliteit en niet verplicht te worden door een vreemde mogendheid tot een leven lang onderdaan zijn van een staat waar wij geen binding mee wensen en die bovendien onze veiligheid en vrijheid ook in Nederland al 50 jaar structureel bedreigt”, schreven zij onder andere in het manifest.
Naar aanleiding van soms felle reacties van andere Nederlanders van Marokkaanse herkomst schreven de iniatiefnemers een nadere toelichting waarin ze op 8 misvattingen reageerden.
Het manifest werd opgepikt door de politiek: Jan Paternotte (D66) stelde een initiatiefnota op, ‘Bescherm Nederlanders met een ongewenste tweede nationaliteit.’ Deze nota werd vorige week in de Tweede Kamer behandeld en kreeg positieve reacties.
Tijdens dit debat benadrukte Salima Belhaj (D66), die in 2008 al een vergelijkbaar initiatief nam, dat heel veel Marokkaanse Nederlanders niet van hun tweede nationaliteit af willen en deze ook niet dagelijks als vrijheid beperkend ervaren. Het is dan volgens haar ook absoluut niet het doel om Marokkaanse Nederlanders te ontdoen van hun Marokkaanse roots. Het gaat er wel om, zo benadrukte zij, dat iedereen zélf mag kiezen of hij of zij de tweede nationaliteit wel of niet aanhoudt.
Moties
Belhaj wees er in haar bijdrage op dat artikel 19 van de Marokkaanse nationaliteitswetbepalingen de mogelijkheid biedt dat kinderen uit ‘gemengde’ huwelijken wel afstand kunnen doen van de Marokkaanse nationaliteit. Zij vroeg in een motie (samen met GroenLinks, PvdAA, SP, CDA, ChristenUnie en VVD) aan het kabinet om “samen met de initiatiefnemers van het manifest ‘keuzevrijheid in nationaliteit’ te onderzoeken of Marokko hulp geboden kan worden om art. 19 van de Code de la nationalité tot uitvoering te brengen als het gaat om Marokkaanse Nederlanders?” Hiervoor was ruime steun. Alleen de PVV stemde tegen.
Samen met Rene Peters (CDA) diende Belhaj een motie in waarin de regering werd verzocht een klankbordgroep te vormen van Nederlanders met naast de Nederlandse een tweede, ongewenste, nationaliteit. Samen met deze groep moet de totstandkoming van een Register Ongewenste Nationaliteit worden onderzocht. Uitgezonderd de VVD en de PVV steunden alle partijen dit voorstel.
Europa
In sommige andere Europese landen speelt een vergelijkbare discussie. Zo steunde de Belgische Kamer vorige week een voorstel van CD&V-Kamerlid Nahima Lanjri waarin de regering werd opgeroepen om landgenoten die problemen ondervinden om afstand te doen van een tweede nationaliteit, daar actief in bij te staan.
Salima Belhaj stelde daarom voor om samen met de Belgische, en vervolgens ook de Duitse en Franse regering, in overleg te treden ten behoeve van de vorming van een coalitie van landen die werken aan de bevordering van de keuzevrijheid, en hierover in de zomer van 2021 de Kamer te rapporteren. Ook hier stemde alleen de PVV tegen.
Iniatiefnemers: “Wij blijven de discussie aanjagen”
De initiatiefnemers van het manifest Keuzevrijheid in nationaliteit zijn tevreden. Habib el Kaddouri laat namens hen weten:
De moties die met overweldigende steun van de Tweede Kamer aangenomen zijn, tonen de wil en bereidheid van de Nederlandse volksvertegenwoordiging om de stappen te zetten die nodig zijn om Nederlandse en andere Europese burgers met een ongewenste tweede nationaliteit de bescherming en keuzevrijheid te kunnen bieden die hoort bij Nederlander zijn. Dit is voor ons een enorme opluchting en bovendien een erkenning van de ontwrichtende invloed van buitenlandse, veelal autoritaire, staten op burgers van andere landen. Wij blijven deze discussie aanjagen, ook onder Marokkaanse Nederlanders en politici wijzen op hun rol bij het creëren van een doorbraak.