Het bezoek van koningin Beatrix speelt zich een paar maanden af voor de ontmoeting die Bijdendijk en Kabaktepe zullen hebben. De directeur van Het Oosten heeft de Turken dan zo ver gekregen dat ze bouwbedrijf VolkerWessels laten vallen en met zijn woningbouwvereniging in zee willen gaan. Ook is het hem gelukt om de scepsis van stadsdeelvoorzitter Van Waveren weg te nemen. Hij stelt dat het stadsdeel de Turken van Milli Görüş als een volwaardige partner zou moeten zien in een project dat ‘de mooiste moskee van West-Europa’ gaat opleveren. Vooralsnog klinkt het hele gebedshuis als toekomstmuziek in de oren. Er vinden wel oriënterende gesprekken plaats tussen de drie heren, maar de afstand tussen hen blijft nog steeds enorm. Dat heeft met name te maken met de plotselinge toenadering van de stadsdeelvoorzitter. Kabaktepe zegt tegen zichzelf: dit is durven zeg, wat die Henk van Waveren doet! Eerst heeft het stadsdeel elk wapen dat maar mogelijk is uit haar arsenaal getrokken om ons tegen te werken en nu willen ze ineens wel zaken doen? Hier zit ongetwijfeld een adder onder het gras. We hadden dit toch ook onder ons kunnen oplossen, waarom moet er een derde partij bij?
Het idee is dat de drie partijen op termijn een contract zullen tekenen om de woningen, winkels en moskee samen van de grond te krijgen. Bijdendijk en Van Waveren kennen elkaar al goed, want in het project rond het Mercatorplein hebben ze al prima samengewerkt. Toch kost het Bijdendijk nog ruim een jaar om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Zo blijft Kabaktepe niet welkom op het stadsdeelkantoor om over de toekomst van het Riva-terrein te praten, waardoor de directeur van Het Oosten communicatief gezien veel moet pendelen tussen de twee partijen. Na een jaar gaat Van Waveren door de bocht: in 1999 laat hij zijn reserves tegen Kabaktepe definitief vallen en komen de twee on speaking tearms. In de wandelgangen van het stadsdeelkantoor maakt hij de coalitiefracties in de deelraad warm voor een mogelijke samenwerking met Milli Görüş om het langslepende dossier tot goed een einde te brengen. Het feit dat Het Oosten nu meedoet, geeft voor een meerderheid in de deelraad de doorslag om de stadsdeelvoorzitter groen licht te geven. Vervolgens tekenen de drie projectpartners een principeovereenkomst en niet veel later gaat de deelraad akkoord. Nu de meeste politici voor de samenwerking zijn, en Kabaktepe en Van Waveren weer op normale voet met elkaar staan, denkt Bijdendijk na over een architect voor de moskee en het gebouwencomplex. Op zijn reizen naar Turkije is hij onder de indruk geraakt van de traditionele Ottomaanse moskeearchitectuur en eigenlijk wil hij ‘ook wel zoiets’ in De Baarsjes neerzetten. Hij is op zoek naar een architect die ervaring heeft met het maken van nieuwbouw in klassieke stijl. Bovendien walgt hij van het ontwerp dat de vorige architect, Kees Rijnboutt, heeft gemaakt. Hij noemt het ‘een moderne vierkant’ en denkt: dit moet echt anders!
Eerder al had Het Oosten in de Amsterdamse wijk Geuzenveld en nabij de Sloterplas een nieuwbouwcomplex neergezet dat ontworpen was door meerdere klassiek denkende architecten.
Onder hen zat het Franse echtpaar Marc en Nada Breitman. Deze Parijsenaars van Joodse komaf hebben in Frankrijk en Nederland een uitgebreid portfolio opgebouwd van nieuwe gebouwen in klassieke stijl. Omdat hij goed Frans spreekt – zijn vrouw Gladyss komt uit Franstalig België – pakt Bijdendijk zelf de telefoon voor een afspraak met Marc Breitman in Amsterdam. Tijdens die ontmoeting vraagt hij aan de Fransman om een ontwerp voor het moskeecomplex te maken. ‘Ik heb jarenlang in Tunesië en Libanon gewerkt, dus ik weet precies hoe moskeeën gemaakt worden. Geef mij de mogelijkheid om een ontwerp te maken en dan volgt de rest’, zegt Breitman. Binnen twee weken maakt de ontwerper een rudimentaire schets, waarmee Bijdendijk de boer op kan bij de Turken en het stadsdeel. Iedereen is onder de indruk, alleen Kabaktepe heeft zijn reserves. ‘Hij heeft in Tunesië gewoond en daar bouwen ze toch heel andere moskeeën dan in Turkije. Ik vind dus dat we de Ottomaanse stijlen moeten aanhouden’, zegt hij.
Het is waar. Moskeeën in Noord-Afrika hebben veelal wel een koepel, maar de torens zijn bijna altijd hoekig en vierkant. Turkse minaretten zijn rond en spits. En in Turkije zijn bijna alle moskeeën gebaseerd op de ontwerpen en principes van de beroemde Ottomaanse hoofdarchitect en grootmeester Koca Mimar Sinan. Tijdens zijn leven (1489/90-1588) ontwierp hij maar liefst 94 grote moskeeën met de bekende koepels en minaretten, die op hun beurt weer waren afgekeken van de voormalige kerk Hagia Sofia in Istanbul. Onder zijn werk behoren de Selimye-moskee in de grensstad Edirne en de grote Süleymaniye-moskee in Istanbul.